FAQ Hoogbegaafdheid
Waaraan merk je dat iemand hoogbegaafd is?
De leereigenschappen zijn de kenmerken die zichtbaar maken hoe het leerproces verloopt. De manier waarop geleerd wordt vertelt namelijk meer over de begaafdheid dan de prestaties (Drent en Van Gerven 2012). Daarnaast zijn er persoonlijkheidseigenschappen. Deze ontwikkelen zich meer vanuit de persoonlijkheid van het kind.
Leereigenschappen
Is snel van begrip
Maakt grote denk- en leerstappen
Beschikt over een goed geheugen
Heeft een brede algemene interesse en kennis
Beschikt over een groot probleemoplossend vermogen
Is in staat verworven kennis toe te passen
Is in staat nieuwe kennis te integreren met oude kennis
Beschikt over een groot analytisch vermogen
Persoonlijkheidseigenschappen
Is taalvaardig en kan spelen met taal
Komt met creatieve en originele oplossingen
Is geestelijk vroegrijp
Houdt van uitdagingen
Beschikt over een groot doorzettingsvermogen
Is perfectionistisch ingesteld
Is veelal een intuïtieve denker
Heeft behoefte aan een hoge mate van autonomie
Beschikt over het vermogen tot (zelf)reflectie
Is sociaal competent
( Gerven, E. van (red) (2011))
Deze leer- en persoonlijkheidseigenschappen komen in sterke combinaties voor bij begaafde leerlingen; het is dus niet zo dat een kind over al deze eigenschappen hoeft te beschikken.
Is een IQ-test altijd nodig als je een vermoeden van hoogbegaafdheid hebt?
Hoe zorg ik dat ik niet in oeverloze discussies beland met mijn kind?
Bij andere dingen echter is er geen keuze: sommige dingen zijn nu eenmaal zoals ze zijn. Dat geldt voor iedereen in het leven, en het is ook goed om je kind daarvan bewust te maken.
Ik verveel me snel en raak gauw uitgekeken op nieuwe dingen.
Mijn kind is niet gelukkig op school. Wat nu?
Daarnaast doet reguliere leerstof onvoldoende een beroep op de creativiteit van begaafde leerlingen en komt deze onvoldoende tegemoet aan hun behoefte aan een open vraagstelling.
In gevallen waarin begaafde leerlingen een didactische voorsprong hebben op een bepaald vakgebied, zijn zij al verder met de leerstof dan de rest van de leerlingen.
Als dit voor jouw kind geldt, is het logisch dat het niet gelukkig is op school; het kan immers niet zichzelf zijn.
Uiteraard kunnen er ook andere redenen zijn waarom je kind ongelukkig is op school. Misschien heeft je kind geen aansluiting met klasgenootjes, of gedijt het niet in het type onderwijs.
Mijn kind slaapt om 23.00 uur nog niet!
Slaapt je kind pas laat in, maar heeft hij daar last van overdag, dan is er iets anders aan de hand. Waarom slaapt je kind niet in? Is er sprake van angst, en waarvoor dan? Wat heeft hij of zij nodig om rustig in slaap te kunnen vallen? Praat hierover met je kind. Hoogbegaafde kinderen kunnen als zij in bed liggen, hun gedachten vaak niet stop zetten, waardoor zij maar bezig blijven. Het lukt hen niet te ontspannen. Of zij zijn druk bezig met het verwerken van dingen die overdag gebeurd zijn, en die hen niet loslaten. Zij voelen zich soms zo verantwoordelijk voor alles en iedereen, dat zij teveel op hun schouders laden. Bij het leren loslaten van gedachten en de verantwoordelijkheid hebben zij soms hulp nodig. Sommige kinderen hebben baat bij meer doen overdag, zoals een sport. Anderen blijven veel vanuit hun hoofd leven, en hebben hulp nodig van een coach of een haptonoom bijvoorbeeld.
Wat heeft een hoogbegaafde nodig om zich te kunnen ontplooien?
Gezien, geaccepteerd en gewaardeerd worden zoals het is.
Autonomie, ruimte om zelf te kiezen, zelf te ontdekken, zelf te ervaren en de dingen op een eigen manier te doen.
Intellectuele stimulans, uitdaging op het eigen niveau.
Steun bij het leren van academische vaardigheden.
Steun bij het leren van leer- en werkstrategieën.
Steun bij het leren van sociale vaardigheden.
Steun op emotioneel gebied (om zichzelf te leren begrijpen, een positief zelfbeeld op te bouwen en leren omgaan met uitdagingen en stress).
Contact met gelijkgestemden.
Geen eenzijdige nadruk op prestaties of ‘het hoogbegaafd zijn’.
Begrip voor mogelijke verschillen in intellectuele, emotionele en motorische ontwikkeling.
Begrip voor vaak voorkomende emotionele intensiteit/hooggevoeligheid.
Wat is onderpresteren?
Er bestaan twee vormen van onderpresteren: relatief en absoluut.
De relatieve onderpresteerder presteert weliswaar minder dan onder andere omstandigheden mogelijk zou zijn, maar handhaaft zich wel rond het groepsgemiddelde, of iets erboven. Daarmee is deze leerling lastig te herkennen als onderpresteerder, omdat hij zich als het ware onzichtbaar maakt voor de leerkracht. Het aanpassingsgedrag van deze leerlingen is sterk en doet zich voor over de hele linie, niet alleen op het gebied van de leerprestaties.
De absolute onderpresteerder presteert niet alleen onder het eigen niveau, maar ook beneden het groepsgemiddelde. Bijna altijd gaat dit gepaard met gedragsproblemen. Deze leerling heeft een slechte werkhouding, kan een stoorzender zijn in de groep, en kan sociale en soms ook emotionele problemen ontwikkelen.
Bij onderpresteren gaat het om gedrag en niet om de intellectuele capaciteiten van de leerling. Bovendien komt het onderpresteren niet overal voor waar die leerling is: op school misschien wel, maar op de schaakclub bijvoorbeeld helemaal niet.
Welke factoren spelen een rol bij onderpresteren?
Als een leerling werk moet doen dat ver beneden zijn werkelijke niveau is, gaat hij zich vervelen. Zijn concentratie vermindert en hij gaat fouten maken. De leerling leert op die manier niet wat goede werk- en leerstrategieën zijn, en wat een goede taakaanpak is. In hogere groepen, of op het voortgezet onderwijs loopt de leerling hier tegenaan.
Selectieve luisterstrategie
Instructies zijn te lang voor deze leerling, die al lang weet wat hij moet doen. Onbewust hanteert het kind een selectieve luisterstrategie, die echter tot hiaten in de kennis kan leiden.
Algemene houding ten opzichte van school
Als een leerling langere tijd negatieve ervaringen op school heeft, krijgt hij afkeer van school. Goede prestaties zijn hierdoor niet te verwachten.
Sociale belangen binnen school
Veel begaafde leerlingen ervaren al jong dat zij anders zijn dan andere kinderen. Dat anders zijn heeft voor hen een negatieve betekenis: minder, dommer of zelfs stommer. Elk mens heeft de neiging zich aan te passen aan de groepscode. Dit kan tot gevolg hebben dat de leerling zijn werkelijke capaciteiten niet (meer) laat zien.
Sociale belangen buiten school
De activiteiten die na schooltijd door het kind worden beoefend zijn van even groot belang als de prestaties op school. Soms kan dit tot gevolg hebben dat het kind de energie niet meer kan opbrengen zich ook nog voor school in te zetten. Het pieken op het juiste moment om bijvoorbeeld over te gaan, lukt dan meestal nog wel, maar uitzonderlijke prestaties worden niet neergezet.
Wat kunnen de gevolgen van onderpresteren zijn?
Psychische en fysieke klachten: uit balans zijn
Gedragsproblemen, met name storend gedrag voor anderen
Hoe weet ik of er sprake is van onderpresteren?
Het kind:
presteert op school gemiddeld tot slecht,
presteert wisselend,
is vaak ontevreden over zijn eigen prestaties,
heeft een hekel aan reproductieve taken, gericht op memorisering,
is snel afgeleid,
vertoont impulsief en ongericht taakgedrag,
vermijdt uitdagingen op leergebied,
heeft onder gunstige omstandigheden een goed geheugen (als hij geïnteresseerd is),
is verbaal sterk (presteert significant beter op mondelinge dan op schriftelijke overhoringen),
is creatief en in staat om tot ongebruikelijke oplossingen te komen.
Mijn kind heeft last van etiketjes in de kleding en harde geluiden, hangt dat samen met hoogbegaafdheid?
Vaak, maar niet altijd, gaan hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid samen. Hoogbegaafden lijken sowieso allerlei soorten prikkels op een veel heftiger en dieper niveau te verwerken. Veel van deze kinderen lukt het hierdoor niet hun talenten goed te benutten. Er kan sprake zijn van faalangst, treurigheid of een laag zelfbeeld. Als zij dan ook nog hooggevoelig zijn, kan dit extra lastig zijn, omdat het bepaalde zaken versterkt, zoals het zich anders voelen, het moeilijk in slaap vallen, moeite hebben met grote veranderingen, gevoelig voor pijn, diepzinnige levensbeschouwelijke vragen stellen.
Wat kun je doen?
– accepteer de hooggevoeligheid en geef er ruimte voor (je bent goed zoals je bent)
– maak je kind ook bewust van de positieve kanten van hooggevoeligheid: sensitief naar anderen, zorgzaam en loyaal. Spreek deze eigenschappen ook uit.
– help je kind om de signalen van het lichaam serieus te nemen. Soms namelijk wil ‘het hoofd’ controle houden, wat resulteert in boos worden op een lijf dat ‘niet wil’. Andere kinderen grijpen fysieke klachten aan als uiting van emotionele onvrede.