Sjoerd is een slimme jongen. Hij heeft zich nooit hoeven inzetten op de basisschool, en heeft zich daardoor geen leer- en werkstrategieen eigen hoeven maken. Hij was gewend dat hij gewoon wist hoe hij opdrachten moest aanpakken, zonder dat hij precies kon benoemen hoe hij te werk ging. Op de basisschool was dat voldoende. Op het voortgezet onderwijs wordt iets anders van hem gevraagd. Sjoerd weet precies wat hij wil, namelijk zijn diploma halen. Maar dat doel ligt nog wel ver voor hem. De doelen op kortere termijn, zoals de so van morgen, spreken minder tot zijn verbeelding. Hij vindt het leren daarvoor maar saai. Beginnen met leren stelt hij daarom uit tot het laatste moment.
Thuis ontstaat er steeds meer ruzie. Sjoerd hanteert namelijk precies dezelfde aanpak bij de klusjes die hij in huis moet doen. Hij stelt ze zo lang mogelijk uit. Daardoor raken zijn ouders geïrriteerd. Zij proberen van alles, vriendelijk vragen, boos worden, straffen, belonen. Niets lijkt te helpen. De sfeer in huis daalt tot het vriespunt
In de gesprekken die ik met Sjoerd voer, toont hij veel zelfinzicht. Hij weet wat hij kan, en ook wat hij nodig heeft. Dat laatste legt hij echter vooral buiten zichzelf. Dat hij hierin zelf een aandeel heeft, vindt hij lastiger. Soms begrijpt hij dat wel, maar blijkt het daadwerkelijk handelen moeilijker. Sjoerd is niet gewend om te oefenen, vol te houden en door te zetten. Sjoerd heeft dit niet eerder hoeven doen, waardoor deze vaardigheid onderbelicht is gebleven. Voor hem is dat een voldongen feit geworden: dat kan ik niet. Dat je zulke vaardigheden kunt oefenen, letterlijk kunt trainen, is nieuw voor hem. En ook wel ongemakkelijk. Want hij is gewend geraakt aan alle steun om hem heen, aan mensen die in actie komen op het moment dat hij zelf afhaakt. Goed bedoeld, maar het heeft tot gevolg gehad dat Sjoerd de verantwoordelijkheid niet hoefde te nemen. Rondom hem werd van alles in stelling gebracht, waardoor hij zelf niets hoefde te doen.
Het vraagt moed en tijd om dit patroon te veranderen. Van Sjoerd, maar ook van zijn omgeving. Want natuurlijk kan Sjoerd dit niet alleen. Hij heeft nog steeds hulp nodig. Niet te veel, om hem de kans te geven zelf het roer in handen te nemen. Maar wel net genoeg om hem succeservaringen op te laten doen. Dat is elke keer weer zoeken naar het juiste evenwicht.
Picasso was een groot schilder, een groot kunstenaar. Hij heeft ongelooflijk veel geschilderd. En ongelooflijk veel gestudeerd. De studies die hij maakte van zijn schilderijen zijn te zien in ‘zijn’ museum in Barcelona. Onderdelen van grote schilderijen schilderde hij meermalen, in verschillende composities en verschillende kleurstellingen. En zo was hij maanden bezig met één schilderij, door de vervaardiging van tientallen kleinere schilderijen, die een onderdeel zijn van het grote. In het uiteindelijke grote schilderij zijn zij soms bijna niet meer te herkennen.
Picasso liet Sjoerd zien dat talent alleen niet genoeg is. Je hebt vaardigheden nodig om dit talent te benutten. Doorzettingsvermogen, verantwoordelijkheid, focus op je doel, en beginnen zonder uitstel, ook al weet je 100 leukere dingen te bedenken. Met als resultaat een prachtig schilderij, of zoals in Sjoerds geval, een diploma. In beide gevallen een resultaat om werkelijk trots op te zijn, omdat het daadwerkelijk inzet heeft gevraagd. En er werkelijk sprake is van leren.