Hé, ben jij HB?
Hoe weet je of je hoogbegaafd bent?
Heb jij soms het idee dat anderen je niet goed begrijpen? Bijvoorbeeld omdat ze andere grapjes leuk vinden dan jij, omdat ze geïnteresseerd zijn in andere onderwerpen, of omdat ze soms zomaar vergeten dat jullie een speelafspraak hadden? Hierdoor kun je je alleen voelen, of ‘anders’ dan de kinderen in je klas.
Verveel je je soms op school (of heel vaak), omdat je graag méér wilt leren en je je écht wilt verdiepen in een onderwerp? Misschien ben je dan zelfs wel teleurgesteld in school. Want dat is toch juist de plek waar je nieuwe dingen kunt leren?
Of krijg je soms werk op school waarvan je helemaal niet weet hoe je het moet aanpakken, en denk je dat je juf of meester van je verwacht dat je het zonder uitleg kunt? Als je op een aantal van deze vragen ‘ja’ hebt geantwoord, is de kans aanwezig dat je hoogbegaafd bent.
Het is fijn om slim te zijn, maar je slimheid kan je ook in de weg gaan zitten en ervoor zorgen dat je je niet fijn voelt. Of zelfs boos of ongelukkig. Dat kan zó ver gaan dat het eigenlijk nergens meer echt leuk is. Op school niet, maar ook thuis niet.
Wat is hoogbegaafdheid eigenlijk?
Als je hoogbegaafd bent, betekent dat dat je anders denkt dan de meeste kinderen van jouw leeftijd. Jouw denken gaat niet alleen sneller, je hersenen maken ook grotere sprongen. Hierdoor snap je dingen eerder en heb je minder tussenstappen nodig in je denken. Als je met leeftijdgenoten praat, kan dat er bijvoorbeeld voor zorgen dat zij jou niet begrijpen, omdat je een paar van die tussen-denk-stappen overslaat. Dat heb jij niet in de gaten, omdat het voor jou gewoon is om zo te denken. Sterker nog: die tussenstappen kun je waarschijnlijk niet eens bedenken!
Het is fijn om zo snel te kunnen denken, maar je begrijpt wel dat het soms dus ook lastig kan zijn. Aan hoogbegaafdheid zitten voordelen, maar ook nadelen. Zoals aan alles, eigenlijk.
Je denken heeft ook invloed op andere dingen. Op grapjes bijvoorbeeld. De grapjes die jij leuk vindt, zijn misschien anders dan de grapjes waar je klasgenoten om moeten lachen. Ook zijn de onderwerpen die jij leuk vindt, soms anders dan de dingen waar je klasgenoten belangstelling voor hebben. Je leest andere boeken, of gaat naar musea.
Ook in de klas is het anders voor je. Je manier van denken heeft alles te maken met leren. Als je grotere denkstappen maakt en ook nog eens sneller bent, is het eigenlijk logisch dat veel van de stof op school te langdradig voor je is. Na een keer uitleggen heb je het meestal wel begrepen, maar dat geldt niet voor de meeste kinderen. De juf of meester legt het daarom meer keren uit. Niet zo leuk voor jou, maar wel begrijpelijk voor de rest van de klas.
Een nadeel van je snelle denken kan ook zijn dat je van jezelf gaat verwachten dat je alles ook heel snel begrijpt. Of zelfs al weet zonder dat het je is uitgelegd. Als je dan een keer iets niet begrijpt, weet je misschien niet zo goed wat je moet doen. Hoe pak je dat eigenlijk aan, als je iets niet begrijpt? En mag je wel vragen stellen als je hoogbegaafd bent? Of moet je alles dan al weten? Het is heel logisch dat zulke vragen soms in je hoofd opkomen. En dan is het fijn als er iemand is met wie je over zulke dingen kunt praten. Want natuurlijk kun je niet alles weten. Ook niet als je hoogbegaafd bent!
Hoe kan ik je helpen?
Wat we vooral doen als je bij mij komt, is samen spellen spelen. Zodat we ontdekken waar je goed in bent. Wat zijn jouw sterke kanten? Die kanten kun je namelijk heel goed gebruiken bij de dingen waar je minder goed in bent (en minder goede kanten, die heeft iedereen). Door de spellen ontdekken we ook hoe je moeilijke opdrachten aanpakt. Is de manier die jij gebruikt de meest handige? En waarom kies je eigenlijk voor die manier?
Het voordeel voor jou is dat jij jezelf heel goed leert kennen. En dat je leert waar je goed in bent. Maar ook welke manieren om te leren voor jou het handigst zijn, en wat voor werk je precies nodig hebt op school. Zodat jij je weer fijn gaat voelen, thuis én op school.
En o ja, bij mij krijg je altijd een keuze: er zijn geen dingen die je moet doen als je dat echt niet wilt.
Hoe vaak?
Kinderen komen meestal 6 tot 8 keer een uur bij mij. Samen bespreken we ook regelmatig of er nog dingen zijn die je wilt leren, hoe het gaat, en of je voldoende hebt geleerd om mee verder te kunnen.